Taaldominantie
Tomke is een echt Fries mannetje.
Maar sommige peuters en kleuters die Friestalig worden opgevoed ontwikkelen zelf een voorkeur voor het Nederlands. In sommige gevallen spreken ze amper nog Fries. Dit kan tijdelijk zijn, maar soms ook blijvend. Deze tendens komt hoofdzakelijk voor in de grotere woonplaatsen (Leeuwarden, Heerenveen), maar soms ook wel in hele Friese dorpen.
Vaak zie je dat, wanneer de peuter zelf steeds meer Nederlands spreekt, de mensen in de omgeving hem/haar ook in het Nederlands gaan aanspreken. Zo neemt het aanbod van het Fries steeds verder af.
Wil je graag dat jullie kinderen ook het Fries leren spreken? Een paar tips:
► Blijf zelf Fries spreken, ook wanneer de peuter in het Nederlands antwoordt.
► Vraag anderen om hetzelfde te doen (school, pake&beppe, de buren).
► Lees veel voor in het Fries. Op de Tomke-website vindt je een wereld aan materiaal en tips.
► Kies een peuterspeelzaal, kinderdagverblijf en basisschool waar het Fries een goede plek heeft.
► Wanneer het kind iets ouder is (een jaar of vier), kun je vragen of hij/zij dat ook in het Fries kan zeggen. Bij jongere kinderen heeft dit vaak geen nut omdat zij zich nog niet bewust zijn van het verschil tussen de talen.
► Misschien willen pake en beppe bovenstaande rol op zich nemen (“Beppe wurdt al âld, dy is it Nederlânsk in bytsje fergetten”).
► Geef complimentjes wanneer je kind Fries spreekt. Het maakt niet uit of het om een paar woorden gaat of een hele zin.
► Laat het kind zien dat Fries niet alleen de taal van thuis is door Friese toneelproducties te bezoeken en naar Omrop Fryslân te kijken.
► Spreek – als het maar even kan – ook Fries tegen de vriendjes van jullie kind. Zo laat je zien dat het Fries net zo goed en gewoon is als het Nederlands.
Maak er bovenal geen strijd van, maar houd het licht en speels.
|