WWW.TAALGROEIMETER.NL

 
 

 

Nederlandstalige thuissituaties

Een tweetalige ontwikkeling is leuk en leerzaam voor alle kinderen. Maar niet ieder kind krijgt van-huis-uit twee talen mee. Misschien spreken jij of je partner wel een beetje Fries, Turks of Papiaments, maar voel je je hierin niet vertrouwd genoeg om die taal als vaste taal tegen de kinderen te gebruiken.
Of misschien ben je wel gewoon door-en-door Nederlandstalig. Dit betekent niet dat je de kinderen geen tweetalige start mee kunt geven. Er zijn andere manieren om kinderen op jonge leeftijd vertrouwd te maken met meerdere talen.

 

Welke voordelen biedt tweetaligheid?

Uit veel onderzoek blijkt dat meertalig opgroeien niet alleen leuk is maar ook veel voordelen biedt:

► Meertalige kinderen zijn taalgevoeliger

► Meertalige kinderen leren al heel jong dat taal een systeem is en leren er sneller een derde, vierde of vijfde taal bij

► Meertalige kinderen hebben een groter (werk)geheugen

► Meertalige kinderen kunnen zich gemakkelijker focussen en concentreren, omdat ze van jongs af aan gewend zijn om te schakelen tussen verschillende talen

► Meertalige kinderen leren sneller technisch lezen. Ze weten sneller welke letter bij welke klank hoort en plakken de letters sneller aan elkaar tot woorden

► Het spreken van meerdere talen heeft voordelen voor later, bij het zoeken naar een passende baan, bijvoorbeeld in de zorg, het onderwijs of de media.

► Tweetaligheid remt dementie: mensen die hun leven lang regelmatig schakelen tussen twee of meer talen vertonen gemiddeld pas vier jaar later tekenen van dementie. Zie hier  en hier voor de resultaten van twee van de vele onderzoeken die hier naar zijn gedaan.

 

Stimuleren van een tweetalige ontwikkeling

► Kies een kinderdagverblijf, peuterspeelzaal en basisschool met een twee- of meertalig beleid. Kijk hieronder voor een overzicht:

 tweetalige kinderdagverblijven 
 tweetalige peuterspeelzalen

Lees voor en praat veel met de kinderen. Zorg voor rijk taalgebruik, waarin je woorden en zinnen gebruikt die iets boven het taalniveau van je kind liggen. Dit kan prima in het Nederlands. Als je daarnaast het Fries (een beetje) beheerst kan je dat best af en toe gebruiken. Gebruik de talen dan niet teveel door elkaar in één situatie en vooral niet in één zin.

 

► Vraag bijvoorbeeld een oppas, een pake of een beppe, een oom of tante om Fries of een andere taal tegen je kind te praten.

► Kijk met je kind(eren) naar Friese kinderprogramma’s.

► Zing liedjes in het Fries. Het is handig om hierbij bijvoorbeeld een cd te gebruiken om de uitspraak goed te horen. Tip: kijk ook eens op de Tomke-site.

► Leen Friese kinderboeken uit de bibliotheek

► Door gebruik te maken van een app zoals deze maak je het voor je kind leuk om een andere taal te leren.

► Reageer positief op je kind als het Fries probeert te praten. Corrigeer niet.

► Wees niet bezorgd als het kind de twee talen door elkaar gebruikt. Dit is een normale fase en komt vanzelf goed.

Wanneer je je kind een andere tweede taal mee wilt geven, bijvoorbeeld het Engels, dan geldt in principe hetzelfde. Gebruik je omgeving en de beschikbare media of materialen.


 

Hoe verloopt de tweetalige ontwikkeling?

De tweetalige ontwikkeling is afhankelijk van de hoeveelheid aanbod in de tweede taal. Wordt deze taal veel gesproken in de omgeving van het kind? Bijvoorbeeld door de familie, de oppas of op het kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal?
Daarnaast hangt het af van de taalgevoeligheid en wat het nut is voor het kind om de tweede taal te spreken. Wanneer het beste vriendje of vriendinnetje van je kind bijvoorbeeld Friestalig is, wordt het voor je zoon of dochter interessanter om die taal te leren. Verder zien we vaak het volgende:

► De ontwikkeling van de 2e taal verloopt bij kinderen die thuis Nederlandstalig worden opgevoed over het algemeen wat langzamer dan de ontwikkeling van het Nederlands bij een kind dat Friestalig of anderstalig wordt opgevoed.

► Op de (tweetalige) peuterspeelzaal wordt de basis gelegd voor de ontwikkeling van het Fries als tweede taal: verstaan, zingen, een aantal woorden wordt eigen gemaakt.

► Actief gebruik van de 2e taal (Fries, soms ook Engels) begint vaak tegen het einde van groep1 / begin groep 2. Dit gebeurt wanneer de school dit voldoende stimuleert.

►Als de beide talen in verschillende domeinen worden aangeleerd, overlappen de woordenschatten elkaar nog niet helemaal. Zo kan het kind verschillende associaties hebben bij  woorden die hetzelfde betekenen. “Bôle-ite” op het kinderdagverblijf is wat anders dan thuis “een boterham eten”. Rond het 7e jaar zullen de woordenschatten in beide talen elkaar al veel meer overlappen.

► Het kind gebruikt de talen niet onbewust maar juist bewust; het kind vertaalt vaker losse woorden van de ene taal naar de andere.

► Als het kind naar een twee-of drietalige school gaat, beheerst het de tweede taal / Fries aan het eind van de basisschool even goed als de Friestalige klasgenootjes.